Nieuwsbrief
Elke drie weken houden we je op de hoogte van wat we schreven en wat we lazen in de Red Pers-nieuwsbrief.
dinsdag 4 november 2025
Podium voor de journalistiek
Wij bieden jonge, aspirerende journalisten een podium en begeleiding. Dat kunnen we nog beter met jouw steun. Die steun komt met twee voor de prijs van een, want onze sponsor matcht jouw donatie, Geef jij ons vijf euro? Dan ontvangen wij een tientje.
Politiek
De stemmen zijn geteld, de kaarten opnieuw geschud. Red Pers-talenten duiden de verkiezingsuitslag door de stem van de nieuwe generatie hoorbaar te maken: wat valt op, wat schuurt en wat staat ons te wachten?
 1 november 2025
De verkiezingsuitslag roept bij veel jonge kiezers vragen op: wat zegt deze verschuiving over Nederland, over politiek vertrouwen, en over de rol van media en cultuur in de democratie? Vijf Red Pers-talenten analyseren elk een ander deel van dat beeld. Van de kloof tussen stad en regio tot representatie in de politiek en de invloed van sociale media: deze opinies laten zien hoe breed de reacties zijn binnen een generatie die de gevolgen van deze keuzes gaat dragen.
De verkiezingen van 2025 hebben het opnieuw laten zien: de Randstad bepaalt de koers, maar het land eromheen voelt zich steeds vaker passagier. In bijvoorbeeld Friesland, Drenthe en Zeeland stemden kiezers niet massaal op progressieve partijen. Niet omdat ze tegen solidariteit of duurzaamheid zijn, maar omdat ze het gevoel hebben dat die idealen alleen nog voor de stad gelden. Neem Friesland. In gemeenten als Dantumadiel en Achtkarspelen won de PVV fors, terwijl GroenLinks-PvdA daar nauwelijks nog voet aan de grond krijgt. Dat zegt iets. Mensen zien buslijnen verdwijnen, energiearmoede stijgt en jong talent vertrekken. En dan horen ze dat ze in Den Haag zeggen dat ‘we allemaal het openbaar vervoer moeten nemen’, terwijl die trein of bus vaak niet eens (meer) rijdt.
Linkse politiek is groot geworden door mensen zekerheid en zeggenschap te geven, niet door te preken vanuit de grachtengordel. De arbeiders, de boeren en de zorgverleners: dat waren ooit de mensen voor wie de sociaaldemocratie bestond. Nu lijken ze vaak vooral onderwerp van beleid, en niet de partner in verandering. Toch ligt juist in de regio de toekomst van links. Hier wonen mensen die weten wat gemeenschapszin is, die energiecoöperaties oprichten, lokale kringlopen runnen en vechten voor hun dorpsschool. Hier liggen de kansen voor een duurzame, sociale economie, maar alleen als Den Haag durft los te laten en de regio zelf de regie krijgt.
Als links zichzelf opnieuw wil uitvinden, moet het niet wachten tot de regio naar de Randstad komt, maar zelf het land in trekken. Niet om te overtuigen, maar om te luisteren, te leren en samen te bouwen. De toekomst van progressief Nederland ligt niet achter de duinen, maar voorbij de Afsluitdijk.
Wilders kreeg, ondanks zetelverlies, ongeveer evenveel stemmen als D66. Toch verscheen hij bij weinig verkiezingsdebatten, was zijn online campagne minimaal en bleef hij grotendeels buiten beeld. Het leek alsof zijn afwezigheid zélf zijn campagne was. Dat voelt wrang: aan de ene kant zagen we Rob Jetten, omnipresent op sociale media, bij elk debat, op straat en in bushokjes. Aan de andere kant, de PVV, zichtbaar afwezig. En toch: evenveel zetels.
Van het eerste RTL-debat tot de Nieuwsuur-special: de PVV wees bijna elke uitnodiging af. Ook niet gek, want waar andere partijen beschikken over een grote lijst met welbespraakte partijleden, is de PVV in essentie een eenmanszaak. Wilders is de enige die het verhaal mag én kan vertellen. En dat doet hij het liefst in zijn eigen arena, zonder kritische vragen, en zonder risico op tegenspraak. Zolang niemand hem tart, blijft zijn verhaal probleemloos overeind.
Aan de andere kant zagen we D66, met een uitvoerige en doordachte campagne. Eén ding is zeker: zonder die inzet was D66 niet groot geworden. Het leek alsof beide partijen een compleet andere wedstrijd speelden. Voor D66 was zichtbaarheid de sleutel tot succes; voor de PVV juist het vermijden ervan.
Waar ligt dat aan? De keuze voor Wilders lijkt geworteld in een sentiment van jarenlange teleurstelling en wantrouwen richting politiek en instituties. Het is geen voorkeur die ontstaat door één debat of een aansprekende campagnevideo. Campagnes bereiken vooral kiezers die ruimte laten voor nieuwe argumenten of nuance. Jetten kan duizend posts plaatsen, maar geen enkele post breekt door een muur die jaren geleden is opgetrokken.
En zo speelden D66 en de PVV twee verschillende soorten politiek. De één moest elke dag bewijzen relevant te zijn; de ander hoefde alleen maar te zwijgen. Het laat zien dat een campagne zonder journalistieke controle of verantwoording juist kan lonen. En dat maakt onze democratie zeer kwetsbaar.
Het wordt tijd om te erkennen dat Nederland jarenlang een ontzettend succesvolle propagandacampagne heeft weten te runnen: dat wij een tolerant en progressief land zouden zijn. Ik heb ook jarenlang in dit sprookje geloofd. Dat is niet gek als je opgroeit in Amsterdam, waar uitgaan in queerclubs net zo vanzelfsprekend is als fietsen zonder licht. Het straatbeeld is een kleurrijk mozaïek van mensen uit alle windstreken.
Hoewel de monsterzege van de PVV in 2023 al aantoonde dat Nederland buiten de Randstad andere normen en waarden erop nahoudt, ben ik de afgelopen twee jaar toch altijd blijven geloven dat het tij nog gekeerd kon worden. Dat die progressiviteit waar we ooit voor geroemd werden, toch nog ergens in het Nederlandse DNA zit. Ik vrees dat ik moet accepteren dat het beeld van Nederland waar ik me al die tijd aan heb vastgeklampt niets anders was dan een luchtspiegeling van mijn realiteit in Amsterdam. De kaart van de verkiezingsuitslag van afgelopen woensdag visualiseert dit feit. In een zee van licht- en donkerblauwe PVV en VVD-gemeentes steekt een donkerrood Amsterdam, waar GroenLinks-PvdA de grootste is geworden, pijnlijk af.
Ik vraag me af of ik Nederland nog wel mijn land kan noemen. Andersom wijst Nederland mij namelijk af. Ik representeer zowat alles wat de stemmer voorbij de A9 verafschuwt: een vrouw die óók op vrouwen valt, die er niet stereotypisch Nederlands uitziet, die vindt dat abortus niet in het wetboek van strafrecht thuishoort, pleit voor strengere klimaatwetgeving en het liefst het einde ziet van de vleesindustrie.
Als Nederland de deur dichtdoet, waarom zouden wij hem dan open laten staan? Misschien is het tijd dat 020 niet langer enkel een netnummer is, maar de landcode van de onafhankelijke republiek Amsterdam.
Een enclave waar niemand opkijkt van een genderneutrale wc. Waar je, ongeacht je huidskleur of genderidentiteit, niet wordt gezien als ‘de ander’, je niet hoeft uit te leggen waarom je liever tofu dan een slavink eet en waar solidariteit met de gemarginaliseerden in de samenleving de norm is. Keti Koti wordt dan eindelijk een officiële nationale feestdag. Lokale ‘delicatessen’ worden de havercappu en de vegetarische kroket van de FEBO. Het volkslied wordt Satisfyer van Roxy Dekker. Want in de Amsterdamse republiek zal de seksualiteit van vrouwen uiteraard gevierd worden.
Natuurlijk is dit te mooi om werkelijkheid te worden. Maar de afgelopen jaren heb ik kennelijk toch al in sprookjes lopen geloven.
Hot is D66-partijleider Rob Jetten. Hot onder stemmers, hot onder social media-scrollers. Zoals Gijs Beukers zei tijdens de Volkskrant-uitslagenavond: iedereen is een beetje verliefd op Rob. Op z’n charme, op z’n eeuwige lach. En in één element nét anders dan de witte mannen waar hij tegenover debatteert: Rob is queer. Ontzettend queer. Met een hockey spelende Argentijn is hij verloofd.
Hij zou zomaar de eerste queer premier van Nederland kunnen worden. Dat zou een geweldige representatie zijn voor iedereen die zich buiten de norm beweegt. Toch is zijn populariteit vooral te danken aan kiezers die van rechts overstapten naar D66. Om ook die harten te winnen, schoof hij zelf op naar rechts. Vooral op hét thema van 2025: migratie. D66 wil het probleem nu ‘oplossen’ en klinkt daarmee opvallend bekend.
Dat zie ik vaker. Minderheden – en ja, het blijft absurd dat vrouwen daar ook onder vallen – kunnen pas populair worden als hun politiek niet té links is.
Japan kreeg vorige week zijn eerste vrouwelijke premier. Een mijlpaal, zou je denken, maar ze blijkt oerconservatief. Ik denk terug aan Theresa May in het VK en Giorgia Meloni in Italië. Vrouwen aan de macht, jawel, maar niet per se een overwinning voor progressieve idealen.
Van de zes queer staatshoofden die de afgelopen vijf jaar wereldwijd verkozen zijn, leidde slechts één een uitgesproken linkse partij. Ook bij vrouwelijke leiders ligt dat aandeel rond een derde.
Het laat zien dat we pas bereid zijn iemand buiten de norm te omarmen als die niet te veel schuurt. Politici die afwijken van de masculiene norm mogen wel anders zíjn, maar niet te anders denken. Zo blijft echte vernieuwing uit. Rob’s premierschap zou een belangrijke stap zijn in representatie. Nu nog een queer premier die wél té mag zijn.
Face card, no cash, no credit. Rob Jetten had een face card, cash en credit. Hij bundelde de drie, maakte thirst traps op TikTok en werd zo de ster van afgelopen woensdag.
De face card van Jetten doet het goed op de socials, maar de grootste partij is hier nog altijd FvD. Dit is dan ook een groot deel van de verklaring waarom zij met een onbekende lijsttrekker de verkiezingen in gingen en met meer dan een verdubbeling van het aantal zetels de verkiezingen uitgaan.
Waarom? ‘‘The left can’t meme’’, zegt extreemrechts. Dit is geen sluitende verklaring, want sociale media bieden geen gelijk speelveld. Het zijn de platformen die bepalen welke memes we zien en van wie we de boodschap horen. Het is hun verantwoordelijkheid dat ze content over de genocide in Palestina shadowbannen en dat racistische video’s viral gaan. Ook het algoritme dat extreme content beloont, is door de platformen bedacht en ingezet als verdienmodel.
Een blik op de toekomstige generatie is weinig geruststellend. 78% van de jongeren (16-24 jaar) gebruikt sociale media als nieuwsbron, ongetwijfeld ook in verkiezingstijd. NLPlan, een door de Chinese Communistische partij gefinancierde TikTok meme, haalde bij de scholierenverkiezingen de zevende plaats. Met 5% van de stemmen eindigde de partij boven partijen als JA21 en de Partij voor de Dieren. Dit lijkt grappig en onbelangrijk, totdat je je herinnert dat Thierry Baudet ook begon als meme en daarna de Provinciale Statenverkiezing won.
Is er dan niet ergens een klein lichtpuntje aan de horizon? Het lichtpuntje is in ieder geval niet dat Geert Wilders misschien is verslagen door D66. Gelukkig is het nog niet te laat om de macht van Big Tech-platformen in te perken en onze autonomie te behouden. Ik zou bijna willen zeggen: het kan wél.
Eindredactie door Victor Schipper
Je las dit artikel gratis, maar dat betekent niet dat het Red Pers niets heeft gekost. Wij bieden jonge, aspirerende journalisten een podium én begeleiding. Dat kunnen we nog beter met jouw steun. Die steun komt met twee voor de prijs van één, want onze sponsor matcht jouw donatie. Geef jij ons vijf euro? Dan ontvangen wij een tientje.
Meike Halbesma
<p style="font-weight: 400">Meike Halbesma (2004, zij/haar) is student Bestuurskunde aan de Thorbecke Academie Leeuwarden, en heeft een passie voor jongerenparticipatie en een fascinatie voor het versterken van jongerenstemmen in de samenleving. Als redacteur Jongeren probeert ze hen de plek aan tafel te geven die ze verdienen, zodat hun stem luider klinkt en niemand er meer omheen kan.</p>
 door Meike Halbesma, Anne Groeliker, Yu Vos, Emmalotte Smit, Meike Wind
 door Meike Halbesma
 door Zippora Gillissen
 door Meike Halbesma, Anne Groeliker, Yu Vos, Emmalotte Smit, Meike Wind
 door Nanette de Witt