Nieuwsbrief
Elke drie weken houden we je op de hoogte van wat we schreven en wat we lazen in de Red Pers-nieuwsbrief.
dinsdag 4 november 2025
Podium voor de journalistiek
Wij bieden jonge, aspirerende journalisten een podium en begeleiding. Dat kunnen we nog beter met jouw steun. Die steun komt met twee voor de prijs van een, want onze sponsor matcht jouw donatie, Geef jij ons vijf euro? Dan ontvangen wij een tientje.
Politiek
Terwijl de verkiezingscampagne zich vooral focust op het verharde politieke klimaat, ging het in de Tolhuistuin in Amsterdam over iets fundamentelers: het daadwerkelijke klimaat. CDA, VVD, D66 en GroenLinks-PvdA spraken op uitnodiging van Milieudefensie over de groene economie van morgen. Als de peilingen uitkomen, zijn het straks deze partijen die aan de formatietafel bepalen hoeveel klimaatambitie er overblijft.
 26 oktober 2025
Boven in de Tolhuistuin in Amsterdam-Noord druppelt het publiek binnen. De zaal vult zich langzaam met vooral jonge gezichten, een enkele oudere en opvallend weinig veertigers of vijftigers. Er moeten extra stoelen bij. De belangstelling verraadt iets dat Den Haag vaak vergeet: de honger naar politiek die niet om poppetjes draait, maar om ideeën en de grote vragen van deze tijd.
Op het podium staan dit keer geen lijstrekkers, wel kandidaat-Kamerleden die hun dossier kennen: Sjoukje van Oosterhout (GroenLinks-PvdA), Jantine Zwinkels (CDA), Ilana Rooderkerk (D66) en Alisha Muller (VVD). Samen bespreken zij de vraag: hoe kan Nederland de groene economie van de toekomst van de grond krijgen?
Olie of zand in de motor
De avond draait om vier stellingen over de koers van de klimaattransitie: het tempo van vergroening, de verdeling van kosten en de vraag hoeveel Nederland zelf moet doen als Europa achterblijft. Langzaam tekenen de bekende politieke breuklijnen zich af. D66 en GroenLinks-PvdA willen dat de overheid de leiding neemt, met duidelijke regels, strakke kaders en vooral tempo. Wie het meest uitstoot, moet ook het meest betalen, is hun lijn.
De VVD kiest een tegenovergestelde benadering en positioneert zich als rem op te veel dwang, oplopende kosten en overheidsambities die volgens hen niet waargemaakt kunnen worden. De transitie moet vooral beheersbaar blijven, met oog voor concurrentievermogen, vestigingsklimaat en keuzevrijheid.
Daartussen probeert het herrezen CDA zich te positioneren als hoeder van de realistische regie. De partij beroept zich op verbinding en rentmeesterschap, maar vertaalt dat in een duidelijke volgorde: pas sturen als de basis op orde is. Eerst een sterker energienet, snellere vergunningverlening en Europese afstemming; pas daarna nationale klimaatmaatregelen. Zo onderscheidt het CDA zich van de sturende overheid aan de linkerkant en de afwachtende reflex aan de rechterkant. Maar de vraag blijft: wordt die middenkoers straks olie in de motor van de transitie, of juist het zand dat haar doet vastlopen?
‘Het is geen stok achter de deur, maar een stok om mee te slaan’
De stok en de spijbelaar
Dat spanningsveld krijgt meteen een concreet gezicht in de discussie over de nationale CO2-heffing voor de industrie, bedoeld om bedrijven financieel te prikkelen hun uitstoot sneller terug te dringen. Via een tarief per uitgestoten ton CO2 wil de overheid vergroening afdwingen wanneer vrijwillige verduurzaming uitblijft.
Maar waar het CDA in 2019 nog voor was, neemt Zwinkels nu afstand van de maatregel. Die heffing is volgens haar niet effectief. ‘‘Het is geen stok achter de deur, maar een stok om mee te slaan richting het bedrijfsleven.” Ze wijst op bedrijven die bereid zijn te verduurzamen maar vastlopen in bureaucratie. ‘‘Een heffing zonder dat de overheid haar eigen huis op orde heeft, is eerder straf dan een stimulans.”
In plaats daarvan pleit het CDA voor Europese samenwerking: versterking van het emissiehandelssysteem (ETS), gezamenlijke normen en een gelijk speelveld. Zwinkels benadrukt dat Nederland niet sneller, maar beter moet bewegen. Het is een klassiek bestuurskundig uitgangspunt: zonder een stevige basis geen effectief beleid, en zonder uitvoeringskracht blijft klimaatretoriek vooral symboliek.
GroenLinks-PvdA reageert kritisch. Van Oosterhout noemt de koers van het CDA ‘zwabberbeleid’ en stelt dat bedrijven juist behoefte hebben aan stabiliteit en duidelijke richting. D66 sluit zich daarbij aan en waarschuwt dat het plots schrappen van een heffing onzekerheid creëert en fossiele bedrijven bevoordeelt. De VVD steunt het CDA: Nederland moet niet strenger zijn dan buurlanden. Eerst een Europees kader, dan pas extra maatregelen.
‘Bedrijven hebben juist behoefte aan stabiliteit en duidelijke richting’
Europa als schild
Het woord ‘Europa’ valt vaker tijdens de avond. Voor GroenLinks-PvdA en D66 is Brussel een hefboom om tempo te maken: gezamenlijke normen, eerlijke concurrentie en een gedeelde koers richting de klimaatdoelen van Parijs. Voor CDA en VVD fungeert dezelfde EU juist als schild: Nederland moet niet harder lopen dan de rest, omdat dat de concurrentiepositie van bedrijven schaadt.
Toch schuurt dit afwachtende ‘niet het braafste jongetje van de klas willen zijn’ met de werkelijkheid. Nederland ligt achter op zijn klimaatdoelen en mist jaar op jaar de afgesproken reducties. Bovendien blijkt uit onderzoek van Ipsos I&O dat een ruime meerderheid van de Nederlanders, ook binnen partijen die op de rem staan, juist wel ambitie verwacht. Zo steunt 69 procent van de CDA-kiezers het behoud van de nationale CO2-heffing. De achterban wil niet wachten tot Brussel beweegt, maar verwacht dat Nederland zelf koers zet.
Wie gaat er voor groen?
De avond maakt zichtbaar wat in Den Haag al langer onder de oppervlakte borrelt: achter de ogenschijnlijke eensgezindheid over de klimaatdoelen van Parijs gaan twee totaal verschillende ideeën schuil over wat klimaatleiderschap vraagt in een crisis zonder pauzeknop.
Voor GroenLinks-PvdA en D66 is klimaatbeleid een morele opdracht en een politieke belofte: Nederland moet zelf richting geven, met duidelijke regels, stevige kaders en vooral tempo. VVD en CDA plaatsen daar een ander perspectief naast. Zij vrezen dat te veel haast de economie schaadt en verschuiven het zwaartepunt naar Europa: voorspelbaarheid, uitvoerbaarheid en behoud van concurrentiekracht staan voorop. Met andere woorden: eerst de route, dan de reis en het liefst in Europees konvooi.
Tussen die drang tot vaart en de angst voor beweging wordt straks aan de formatietafel beslist over wat er van de klimaatambitie overeind blijft. En wie er aan die formatietafel mag aansluiten, zal blijken na de aanstaande Tweede Kamerverkiezingen van 29 oktober.
Eindredactie door Tijn Manche
Je las dit artikel gratis, maar dat betekent niet dat het Red Pers niets heeft gekost. Wij bieden jonge, aspirerende journalisten een podium én begeleiding. Dat kunnen we nog beter met jouw steun. Die steun komt met twee voor de prijs van één, want onze sponsor matcht jouw donatie. Geef jij ons vijf euro? Dan ontvangen wij een tientje.
Irene van Wilgen
<p style="font-weight: 400">Irene van Wilgen (1998, zij/haar) studeerde Holocaust- en Genocidestudies aan de Universiteit van Uppsala in Zweden. Ze leerde daar dat maatschappelijke problemen nooit op zichzelf staan, maar altijd verbonden zijn met verhalen en stemmen die te weinig gehoord worden. Als redacteur Landelijke Politiek kijkt ze met diezelfde blik naar Den Haag, waar haar (on)gezonde fascinatie voor politieke dynamiek haar scherp houdt - van campagne-attributen verzamelen tot nachtelijke stemrondes volgen.</p>
 door Hoofdredactie Red Pers
 door Zippora Gillissen
 door Meike Halbesma, Anne Groeliker, Yu Vos, Emmalotte Smit, Meike Wind