RedPers logo

donderdag 30 januari 2025

podium voor de journalistiek

  • Colofon
  • Over
  • Meedoen
  • Contact

donderdag 30 januari 2025

Podium voor de journalistiek

RedPers logo

Economie

‘Het is tijd om de aanval op de Neoklassieke economie te openen’

De neoklassieke economie domineert ons economisch denken. Economieredacteur Elias Rutten maakt zich zorgen over hoe deze theorie als dogma het onderwijs en beleid in Nederland beheerst. De oplossing? Een breder en kritischer economisch debat.

Door Elias Rutten

5 minuten

Artikel afbeelding

28 januari 2025

In de derde klas van het VWO was ik enthousiast om eindelijk economie te krijgen. Aanvankelijk stak ik vol overtuiging mijn hand op bij vragen van de leraar—dit zou mijn vak worden. Maar dat enthousiasme sloeg snel om in teleurstelling en verveling. Economie bleek vooral een technisch vak voor mensen met een wiskundige aanleg, zonder veel aandacht voor de menselijke kant van de economie.

Tijdens een proefwerkweek in de vierde klas leverde ik zelfs een leeg vel in met een bedankje aan de leraar en de boodschap dat ik ermee stopte. Twee jaar later vond ik tijdens mijn studie Politieke Economie en Economische Geschiedenis mijn interesse terug. Ik ontdekte hoe boeiend economie werkelijk kan zijn.

Naarmate ik meer leerde, merkte ik dat er in Nederland weinig debat is over de sociale gevolgen van economisch beleid. De bredere context van de wereldeconomie blijft vaak buiten beeld. Neoklassieke economische theorie wordt in het onderwijs bijna als absolute waarheid behandeld. Niet verrassend, aangezien deze theorie een quasi-monopolie heeft in het Nederlands wetenschappelijk onderwijs: volgens Rethinking Economics gaat 86,5% van de vakken over neoklassieke theorie. Het is dus evenmin verrassend dat politieke beleidsvoorstellen veelal gebaseerd worden op deze theorie. Wat vaak vergeten wordt, is dat economische theorieën grote invloed hebben op wie in de maatschappij voordeel haalt uit beleid en hoe de economie presteert.

Bizarre aannames

Neoklassieke economie is gebaseerd op een reeks bizarre aannames die weinig te maken hebben met de realiteit: mensen maken uitsluitend rationele keuzes, markten reguleren zichzelf en consumenten en bedrijven beschikken over perfecte informatie. Bovendien wordt er gedacht dat productie en investeringen door bedrijven automatisch voor voldoende vraag in de economie zal zorgen. Zoals de econoom Joseph Stiglitz aantoont in zijn werk, ondermijnen asymmetrische informatie en de imperfecties in markten deze aannames fundamenteel. Hij toont aan dat deregulering en belastingverlagingen – voortvloeisels uit neoklassieke logica – ongelijkheid en economische instabiliteit vergroten.

Bezuinigen is het toverwoord in de Nederlandse politiek, maar wie betaalt de prijs?

Economische dogma’s worden maatschappelijk breed gedragen: vraag een leerling die eindexamen economie heeft gedaan waarom vrijhandel ‘beter’ is, en je hoort dat Italië schoenen moet maken en Nederland tulpen. Aardrijkskundeboeken stellen dat protectionisme iets is voor politici zonder economisch verstand. Vraag naar de eurocrisis, en het antwoord is dat Zuid-Europa lui is en te veel uitgeeft, terwijl wij, de ‘hardwerkende Nederlanders’, zuinig zijn. Natuurlijk kan vrijhandel welvaart bevorderen en heeft Griekenland fouten gemaakt, maar dit is slechts één kant van het verhaal. De andere kant wordt zelden belicht.

De ongemakkelijke vragen die nauwelijks gesteld worden, zijn: wie profiteert van vrijhandel? Waarom liepen de schulden in Zuid-Europa zo hoog op? Waarom moeten wij allemaal bezuinigen? Bezuinigen is het toverwoord in de Nederlandse politiek, maar wie betaalt de prijs?

Wie betaalt de prijs?

In zijn boek Austerity legt Econoom Mark Blyth uit hoe neoklassieke economen bezuinigingen als noodzakelijk presenteerden tijdens de Eurocrisis. Zij beweerden dat overheidsschulden zouden concurreren met de privésector om kapitaal, wat groei zou belemmeren, en dat hogere overheidsuitgaven beleggersvertrouwen zouden schaden. Daarentegen, zo stelden ze, zouden bezuinigingen groei stimuleren doordat consumenten meer zouden uitgeven in de verwachting van toekomstige belastingverlagingen – aannames die Blyth als absurd bestempelt. Theorie bleek anders dan praktijk: bezuinigingen werden dodelijk voor economische groei en vergrootten de ongelijkheid. In Zuid-Europa verergerden ze de economische krimp waardoor landen uiteindelijk een hoger schuldenratio hadden. De uitgeklede publieke voorzieningen troffen vooral de meest kwetsbare groepen in de samenleving.

Opvallend genoeg rijst de vraag ‘waar halen we het geld vandaan?’ steevast zodra hulpbehoevenden steun nodig hebben. “Het zal ergens pijn moeten doen, linksom of rechtsom,” zei Minister van Financiën Eelco Heinen tegen De Telegraaf. Ook hij beschouwt begrotingstekorten als onacceptabel: “Dat is geld dat je niet hebt. Dat is geleend geld, waar je rente over betaalt. En dat zijn rekeningen die generaties later moeten betalen,” aldus Heinen bij BNR.

Heinen’s deterministische uitspraak is evenveel nietszeggend als economische onzin. Overheidsfinanciën werken niet zoals een huishoudboekje: landen lenen tegen lage rentes, en schulden hoeven niet direct terugbetaald te worden, de economie kan door schuld-gefinancierde investeringen juist groeien. In plaats van in de toekomst te investeren, houdt Heinen met zijn kabinet de accijnzen op brandstof laag, een maatregel die 1,2 miljard euro kost en vooral de rijken ten goede komt. Wat blijkt: je kan beter kijken naar wat politici doen dan wat ze zeggen.

Wat ik gevaarlijk vind aan uitspraken zoals die van Heinen – uitspraken die ik al zo lang ik leef hoor in de Nederlandse politiek en media – is dat ze economisch beleid depolitiseren. Er wordt beweerd dat er geen alternatief is. Het economisch debat in Nederland is van dermate lage kwaliteit dat er nauwelijks vorm van kritische tegenspraak is. Uiteraard zijn er bezuinigings-specifieke protesten, maar structurele tegenspraak tegen deze sprookjes-economie ontbreekt.

Overal waar de neoklassieken hun theoretische zaad strooiden groeit nu onkruid

Overal waar de neoklassieken hun theoretische zaad strooiden groeit nu onkruid. Tijdens de Eurocrisis verergerden hun beleidsvoorstellen de economische krimp en sociale ontwrichting. De hypothetische universele voordelen van hyperglobalisering in de vorm vrijhandel, marktefficiëntie en open kapitaalstromen, hebben ons opgezadeld met de realiteiten van systematische risico’s van financiële crises, groeiende ongelijkheid en het verlies van nationale beleidsruimte.

Het is hierom ook vreemd dat er geen ruimte is voor deze alternatieve economische stemmen in Nederland. Via onderwijs en beleid raken deze eenzijdige economische waarheden diepgeworteld in de hoofden van toekomstige generaties. Het is daarom tijd om deze sprookjeswereld definitief te verlaten en de aanval te openen op de neoklassieke dogma’s die ons economisch debat gijzelen. Dit betoog beoogt niet alleen het debat te openen, maar de eerste fundamentele scheuren te zetten in een theorie die al veel te lang onterecht de boventoon voert in ons denken over economie.

Eindredactie door Youssef el Khattabi

Steun Red Pers

Je las dit artikel gratis, maar dat betekent niet dat het Red Pers niets heeft gekost. Wij bieden jonge, aspirerende journalisten een podium én begeleiding. Dat kunnen we nog beter met jouw steun. Die steun komt met twee voor de prijs van één, want onze sponsor matcht jouw donatie. Geef jij ons vijf euro? Dan ontvangen wij een tientje.

Dit artikel werd geschreven door

Elias Rutten

Redacteur Economie

Elias Rutten (2002, hij/hem) is afgestudeerd in Internationale Betrekkingen en specialiseert zich momenteel in de Globale Politieke Economie. Hij richt zich op het blootleggen van het politieke karakter van economische besluitvorming, een onderwerp dat steeds relevanter wordt in het snel veranderende politieke landschap. Zijn interessegebieden omvatten ideologie in economisch denken, ongelijkheid, en internationale economische samenwerking, of juist het gebrek daaraan.

>

Meer van Elias Rutten

Meer van Red Pers